- Alle spaakgaten moeten volledig en goed door een geschikt velglint afgedekt zijn (afb. 1).
- Let op de eventueel aanwezige informatie betreffende de rijrichting op de zijkant van de band. Trek één kant van de band op de velg.
- Pomp de binnenband iets op totdat hij een ronde vorm heeft. Steek het ventiel door het daarvoor bestemde gat in de velg.
- De binnenband in de buitenband leggen (afb. 2).
- Gebruik tijdens de montage geen scherpe montagegereedschappen (afb. 3).
- Tegenover het ventiel begint u met het monteren van de andere kant van de band op de velg. De binnenband mag niet tussen de buitenband en de velg beklemd zitten (afb. 4).
- Let erop dat het ventiel recht ten opzichte van de velg staat (afb. 5).
- Centreer de band voordat u deze tot de gewenste bandenspanning oppompt.
- Gebruik een manometer (bv. de Schwalbe Airmax Pro) om de band op de juiste spanning te brengen. De toegestane druk is op de zijwand van de band aangegeven. Controleer de bandenspanning minstens éénmaal per maand met een luchtdrukmeter (afb. 6).
Als de diameters van de velg en de band niet precies op elkaar zijn afgestemd, treden vaak montageproblemen op..
Velgen mogen met een tolerantie in diameter tot ± 0,5 mm afwijken (D1). Bovendien mag ook de hoogte van de velgflank een tolerantie van ± 0,5 mm hebben (G). Dit resulteert in een totale tolerantie van ± 1,5 mm in de buitendiameter (D2), resp. van ± 4,7 mm in de omtrek (U). Dit komt overeen met een maximaal mogelijk omtrekverschil van 9,4 mm tussen de grootste en de kleinste velg.
De band moet in beide extreme gevallen passen. Omdat ook op de kleinste velg nog een juiste passing gegarandeerd moet zijn, kan het bij de grootste velgen naar omstandigheden moeilijk zijn om de band te monteren en goed te centreren.
SCHWALBE banden worden met een omtrektolerantie van ± 1 mm geproduceerd.

Het helpt altijd om de montage tegenover het ventiel te beginnen en aan het ventiel te beëindigen zodat de te monteren bandhiel zich zo op een zo lang mogelijk stuk in het velgbed bevindt.
In plaats van het drukken van de band met de duimen, is het vaak gemakkelijker om de bandhiel over de velgrand te “rollen”.
Zeer behulpzaam zijn natuurlijk bandenlichters. Let er wel op dat de bandhiel niet beschadigd. Steeds een klein stukje van de band lichten en de bandenlichters liever wat vaker aanzetten. Nooit metalen bandenlichters gebruiken.
De Marathon Plus in de smalle uitvoering blijkt vaak lastiger te monteren. Door de stijve vorm van de band, glijdt de band steeds weer uit het diepste gedeelte van het velgbed en dan is het bijzonder lastig om het laatste stuk van de band over de velgrand te trekken. Zeer behulpzaam is hier een derde hand, die de band op de tegenoverliggende zijde in het diepste gedeelte van het velgbed vasthoudt. Ook een kabelbinder of een oude toeclipriem kan goed dienen als “derde hand”.
De nieuwe Schwalbe bandenlichters zijn vooral behulpzaam bij een moeilijke montage. U kunt ze op de velg klikken en zo het reeds gemonteerde gedeelte van de bandhiel fixeren. Deze zal er dan niet meer uit glijden terwijl je het laatste deel over de velg trekt.

Als een velgdiameter te groot en/of de banddiameter te klein is, glijdt de bandhiel moeilijk op de juiste plek op de velgschouder.
Advies: de spanning kortstondig verhogen en/of de bandhiel met zeep of montagevloeistof insmeren om het glijden te vergemakkelijken.
Onze montagevloeistof, Easy Fit, laat zich zeer eenvoudig met het handige sponsje –zonder hulpmiddelen of vieze vingers– op de bandhiel aanbrengen. Bij het oppompen glijdt de bandhiel dan gemakkelijk in de juiste positie op de velg. Na ongeveer 10 minuten is de vloeistof volledig verdampt.
Als de velgdiameter te klein en de banddiameter te groot is dan wordt de band, onafhankelijk van de bandenspanning, niet goed op de velg bevestigd. Het centreren met de hand onder zeer geringe druk is meestal de oplossing. Bewerk de band met de duimen totdat de centreerlijn van de band op alle plaatsen parallel aan de velg loopt. Pas daarna pompt u de band helemaal op.

Een “U velg“ is vandaag de dag heel gewoon – dus een velg, waarbij de velgranden boven met een “haak” naar binnen afsluiten. Er zijn echter ook nog veel zogenaamde “westwood“ velgen op de markt. Omafietsen bv. hebben vaak deze
velgen. Deze klassieke velgen hebben geen “haken” die de band vasthoudt en centreert. Daarbij bestaan westwood velgen uit staal met een zeer glad oppervlak. Deze velgen vereisen speciale aandacht bij de montage.
Handmatig centreren. Voordat de banden opgepompt worden, moet gecontroleerd worden of ze goed gecentreerd op de velg zitten. Anders dan bij een U-velg plaatst de band zich bij het oppompen bij een westwood velg niet automatisch in de juiste positie. Als de band niet juist gecentreerd is kan hij gemakkelijk van de velg afspringen.
Bandenspanning max. 4 bar. Over het algemeen zijn deze velgen niet geschikt voor hoge druk. De maximaal mogelijke spanning van de band kan men op deze velgen niet behalen. Door de ETRTO norm is de spanning op 5 bar begrenst. Wij
adviseren een nog iets grotere veiligheidsgrens in te calculeren en het bij 4 bar te laten. Hieruit vloeit voort dat deze velgen niet geschikt zijn voor smalle banden of zware fietsers.
Tegenwoordig zijn er ook moderne MTB carbonvelgen zonder haken op de markt. Onze ervaring heeft laten zien dat de montage van banden op deze velgen probleemloos verloopt. Door overeenkomstige flankhoogtes en materiaaloppervlaktes (wrijving) is de beveiliging voor het afspringen van de band voldoende betrouwbaar.

Let op: tubes moeten met een speciale lijm (b.v. Schwalbe Tubular Glue) vakkundig op de velg gefixeerd worden!
Voorbereiding 1:
Als test de montage zonder lijm uitvoeren (2, 8-10). Ventiellengte testen, eventueel een ventielverlenger gebruiken. Advies: leg vooraf de band licht opgepompt om de velg, dit vergemakkelijkt de montage.
Voorbereiding 2:
Banden: de band licht oppompen tot hij zijn ronde vorm heeft. (2). Het textielband gelijkmatig met een laag lijm bestrijken (3). Minstens 6 uur laten drogen (5).
Nieuwe velg: ontvetten, eventueel het velgbed met fijn schuurpapier opruwen (1). De instructies van de velgfabrikant opvolgen! Een laag lijm gelijkmatig op de velg aanbrengen. (4) Minstens 6 uur laten drogen (5)!
Gebruikte velg: het velgbed op lijmresten controleren Een gelijkmatig en intacte lijmlaag kan opnieuw gebruikt worden. Bij een ongelijkmatig velgbed door veel lijmresten, deze resten verwijderen en een nieuwe laag lijm aanbrengen (4). Minstens 6 uur laten drogen (5).
Montage:
Een nieuwe laag lijm op de velg aanbrengen (6/7). Direct de band op de velg plaatsen: het ventiel insteken. Ventielpositie boven. De band zeer krachtig naar beneden trekken waardoor het laatste stuk van de band zich gemakkelijk en gecontroleerd over de velgrand laat trekken (8-9). De band centreren. Als oriëntatie dient de naad van het textielband (10). De band oppompen tot ca. 9 Bar/130 Psi (11) en met een grootst mogelijke krachtsinspanning rondom aandrukken. De remflanken van de velg van lijmresten ontdoen.
Belangrijk: 24 uur onder druk laten rusten (12)! De band regelmatig controleren. Nooit een band met een beschadigde of losse textielband berijden.